San Jose
San José is de hoofdstad van Costa Rica. De stad ligt in het midden van het land, op een hoogte van ongeveer 1170 meter. De stad is de laatste decennia uitgegroeid tot veruit de grootste stad van het land. De stad is relatief modern en kent geen oud koloniaal centrum. Dit komt doordat aan het begin van de 17e eeuw San José nog een onbetekenend dorp was. De belangrijkste stad was de toenmalige hoofdstad Cartago, waarvandaan smokkelaars en zwarthandelaren werden verbannen naar de vallei rond San José. In 1737 werd er voor het eerst melding gemaakt van een werkelijk stadje op die plaats, doordat de in de vallei verspreide ballingen zich daar verzamelden in eenvoudige woningen die zij zelf bouwden van klei en riet. Het stadje kreeg de naam Villa Nueva de la Boca del Monte del Valle de Abra. Later werd die naam veranderd in San José: de naam van de lokale beschermheilige.
In oktober 1821 werd Costa Rica onafhankelijk van Spanje. Het gebied vormde geen bestuurlijke eenheid, maar vier belangrijke steden (behalve San José en Cartago waren dat Heredia en Alajuela) gedroegen zich als oud-Griekse stadstaten. Er ontstond er een bloedige strijd tussen de steden over de controle van de regio. Op 5 april 1823 werd deze strijd gewonnen door San Jose en werd vervolgens onafhankelijk van de Verenigde Staten van Centraal-Amerika, en San José werd de hoofdstad van het land. Toch was niet iedereen tevreden met die laatste beslissing, en in 1835 deed de regering het voorstel om van hoofdstad te wisselen. Elke vier jaar zou een andere stad aan de beurt zijn. Pas in 1897 werd San José na een nieuwe (bondgenoten)burgeroorlog de permanente hoofdstad van Costa Rica.
Intussen bracht na de tabak ook de koffie-industrie welvaart naar de stad. Het eens zo onooglijke dorp kreeg verharde wegen met straatverlichting, er kwam een tramlijn en openbaar elektrisch licht werd aangelegd. Ook bij de aanleg van een telefoonnetwerk was San José een voorloper. Na de Tweede Wereldoorlog maakte San José een groeispurt door, en kleinere steden in de omgeving werden opgeslokt door de steeds verder uitbreidende stad. Veel van de gebouwen die in de 19e eeuw waren gebouwd werden gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Veel bezienswaardigheden kent de stad niet maar het is voor stadsliefhebbers zeker de moeite waard om een aantal musea als het Museo de Jade en het Museo de Oro te bezoeken. Het meest markante gebouw is het Teatro Nacional uit 1894.