Paraná
Paraná is een van de 26 deelstaten van Brazilië.
Parana heeft een oppervlakte van ca. 199.315 km² en vormt samen met de staten Santa Catarina en Rio Grande do Sul het zuiden van Brazilië. Paraná grenst aan de Atlantische Oceaan in het oosten, Santa Catarina in het zuiden, Argentinië in het zuidwesten en westen, Mato Grosso do Sul in het noordwesten en São Paulo in het noorden en noordoosten. In 2005 werd het inwoneraantal geschat op ruim 10 miljoen. De hoofdstad is Curitiba. Andere belangrijke steden zijn Londrina, Maringá, Ponta Grossa, Guarapuava, Foz do Iguaçu en Cascavel. Meer dan de helft van het gebied ligt hoger dan 500 m en slechts een paar procent beneden 300 m. De voornaamste rivieren zijn de Paraná, Iguaçu, Ivaí, Tibagi, Paranapanema, Itararé en Piquiri. Het klimaat is gematigd.
De economie is deels op landbouw (onder andere suikerriet, soja, koffie en maniok) en deels op industrie gebaseerd (papier en cellulose). In de 17e eeuw werd er een goudader ontdekt, die echter met de goudvondsten in Minas Gerais al snel aan betekenis verloor. Daarna was het gebied dunbevolkt en kwam het in handen van een klein aantal grootgrondbezitters. De komst van de spoorwegen bracht daar verandering in. Vanaf 1850 voerde de plaatselijke overheid een actief kolonisatiebeleid en kwamen er veel Duitse, Italiaanse, Poolse en Oekraïense immigranten die tot economische en sociale groei bijdroegen.