Rondreis Peru – Peter de Waard
Locatie: Peru
Rondreis Peru
We zijn op een lange KLM vlucht vertrokken op 12 april 2012 naar Lima. Na enkele dagen te hebben doorgebracht bij vrienden en een kort bezoek aan Lima, zijn we begonnen met onze rondreis.
De busrit tot Nazca voert ons door een desolaat maar machtig woestijnlandschap met verrassende zichten op de Stille Oceaan. In Nazca nemen we een klein vliegtuigje om de beroemde Nazca-lines te bewonderen, imposante geometrische figuren in een woestijn van 650km². Een nooit verklaarde erfenis van de rijke Nazca cultuur. De omwikkelde mummies in deze dorre vlakte van Chauchilla zijn de stille getuigen van een rijk en mysterieus verleden.
Twee dagen later nemen we de nachtbus naar Arequipa, de “witte stad” aan de voet van de Misti vulkaan. We zitten hier reeds op een hoogte van 2.500 m boven de zeespiegel. In deze aangename stad bezoeken we het merkwaardige Santa Catharina klooster en het museum van Arequipa waar mummies, terug gevonden in het hooggebergte in de omgeving, bewaard worden. Arequipa is de uitvalbasis om naar de Colca canyon te gaan. We sluiten ons aan bij een internationaal gezelschap voor een tweedaagse uitstap naar de canyon. Goed dat we die paar dagen in Arequipa hebben kunnen acclimatiseren, want je komt hier tot grote hoogtes. We happen meermaals naar adem. Langs de grazende lamakuddes en bewerkte landbouw terrassen, eeuwen geleden aangelegd door de Inka’s, rijden we tot Chivay waar we overnachten. ‘s Morgens vroeg rijden we verder tot Cruz del Condor waar we de machtige condors muisstil zien zweven over de onmetelijke diepte van de canyon.
Vanuit Arequipa nemen we de bus naar tot Puno aan de rand van het Titicaca meer. Het is het hoogst gelegen bevaarbaar meer ter wereld, op 3.800 meter. In de buurt van Puno bezoeken we de pre-inka begraafplaats Sillustani, hier prijken de grootte chulpas in een onwezenlijk mooi landschap.
We brengen een bezoekje aan de drijvende Uros-eilanden, vervaardigd uit Totora-riet door Aymara-indianen want de Uros-indianen zijn reeds begin deze eeuw uitgestorven. Daarna varen we verder naar Taquile, één van de grotere bewoonde eilanden op het Titicaca meer waar de inwoners nog op een zeer traditionele wijze leven.. De mannen lopen er te breien en de vrouwen wroeten op het land of hoeden de kuddes vee. Hun klederdracht, vooral die van de mannelijke bevolking is heel mooi en kleurrijk. We blijven er een nacht om te genieten van de rust op dit bijzondere eiland.
Vanuit Puno reizen we naar Bolivia, we blijven echter aan het Titicaca meer, en zijn nu in Copacabana. Niet het fameuze strand in Rio, maar in een mooi plaatsje aan het meer. Het is tevens de religieuze hoofdstad van Bolivia , van heinde en verre komen de mensen hier om hun nieuwe auto’s te laten zegenen ! Deze feiten vinden iedere zondag plaats aan de voet van de imposante kathedraal. Vanuit Copacabana. Natuurlijk hebben we Isla del Sol bezocht. Op dit eiland werd volgens de legende de zon geboren en vertrokken de Inca’s van hieruit om hun machtige rijk te stichten.
Verder met de bus over de Altiplano naar La Paz, de miljoenenstad, met vlakbij de Illimani Berg met 3 toppen boven de 6400 meter. Een indrukwekkend schouwspel ! Een verkennende stadswandeling in een stad als La Paz waar het verschil tussen het hoogste en laagste deel meer dan 1000 meter bedraagt, is niet van de poes.
In de nabije omgeving brengen we een bezoek aan de ruïnes van Tiwanaku, je waant je in de strip van Kuifje in de Zonnetempel. De volgende dag hebben we bij een lokale reisagent een uitstapje gepland naar Chacaltaya, de hoogste gelegen skipiste ter wereld, op 5300 meter. De klim tot aan de top is ons niet gelukt door de ijzige wind en het tekort aan adem.
Na dit korte bezoek aan Bolivia ruilen we onze lokale munten terug om in soles en beginnen we aan het laatste deel van onze reis, de rit naar Cuzco.. Het uitgestrekte grasland van de Altiplano doorkruisen we deze keer per trein. We snuiven de kruidige geuren van de lokale gerechten op terwijl de weidse zichten met grazen alpacakuddes voorbij glijden.
Cuzco het archeologische centrum van Peru en de navel van de wereld, volgens de Inca’s is de ideale uitvalsbasis om de Incacultuur stapsgewijs te verkennen. Deze aangename stad met zijn gezellige Plaza de Armas biedt de bezoeker genoeg ambiance en mogelijkheden voor een meerdaags verblijf. Talrijke overblijfselen in de omgeving getuigen van een unieke bouwkunst. Op een rustig tempo wandelen we naar Tambo Machay via Qenko naar de vestiging van Sacsahuaman, in totaal zo’n 10 kilometer stappen.
In de vallei van de Urubamba bezoeken we de zeer drukke, toeristische , markt van Pisac en de hoger gelegen Inca-ruïnes. In de namiddag zijn we in Ollantaytambo voor een kort bezoek aan de ruïnes en bij valavond stoppen we nog even in Chinchero voor een snel bezoek aan de lokale markt.
Als slagroom op de taart trekken we voor twee dagen naar Machu Picchu. Vanuit Cuzco nemen we de trein naar Aguas Calientes, aan de voet van de berg. Dan gaat het verder te voet of met de shuttlebus tot aan de ingang. De eerste aanblik van de verborgen stad is adem benemend, het is er nog veel mooier dan op de foto’s. Zorg wel dat je de eerste bus neemt, want het enige nadeel is wel de hoeveelheid bezoekers. April is wel een hele goede periode. Je staat verstelt van de grootsheid van deze site en je vraagt je af hoe men op dergelijke hoogte ooit zo’n uitgestrekte stad kon bouwen. Tot op heden is dit mysterie nog altijd niet ontsluierd.
Dit was het dan, helaas pindakaas, het einde van een fantastische reis door Peru